Le Docteur Miracle
Volksopera / Stijn Saveniers / Jorgen Cassier
Le Docteur Miracle van Charles Lecocq vertelt het verhaal van een jonge kapitein die de antimilitaristische vader van zijn geliefde moet misleiden om haar te huwen. Deze opéra-comique in één akte is de eersteling van Volksopera, een nieuw productiehuis voor de komische opera uit de periode 1850-1950.
De voorstelling vormt het einde van een werkperiode waarin Stijn Saveniers (Volksopera) en Jorgen Cassier (Zuidpool) met 4 zangers op zoek gaan naar een hedendaagse acteerstijl en dito zangtechniek voor voornoemd repertoire. Verwacht authentiek innovatief komisch muziektheater!
Le Docteur Miracle is een éénakter van Charles Lecocq van ongeveer 50 minuten. Charles Lecocq won er op 25-jarige leeftijd een competitie mee die Jacques Offenbach had georganiseerd, met Daniel Auber als voorzitter van de jury. Hij moest de eerste prijs delen met Georges Bizet, die exact hetzelfde libretto op muziek had gezet. Bizet koos daarna voor het operagenre, Lecocq werd een van de bekendste operettecomponisten (hoewel hij nog 31 opera’s zou schrijven). Studiegenoot van Camille Saint-Saëns, goed bekend met figuren als Reynaldo Hahn, Marcel Proust en André Messager, is hij nu een van de vele onterecht vergeten componisten.
“Le Docteur Miracle openbaarde zich tijdens de repetities als een bijzonder meerlagige komedie. Niets is wat het lijkt en zelfs dat niet, daar schijnt het werk mee bevat te kunnen worden. De compositie van Charles Lecocq werkt daarbij als een katalysator, die de acties van de personages ondersteunt én beïnvloedt. Het is een erg boeiend proces dat we met regisseur, dirigent en zangers in een open communicatie doorlopen om de harmonie in alle elementen te vinden. De voorstelling wordt op die manier een toonbeeld van een vernieuwende aanpak die tegelijk een herbronning vormt. En in het centrum van die voorstelling: de angsten van een vader, de weerslag van zijn bourgondische aard en de onafwendbaarheid van de confrontatie, zelfs wanneer men een drogist als uitweg had gezien.” (Stijn Saveniers)